De geschiedenis van de parochie

1. Parochiegeschiedenis

2. Zuster Dora

3. Johannes de Doper in Exmorra

4.De Heilige Rochus en Bolsward

5.De Friese Missie

6. Sint Joanneskapelle yn Burchwert

7. Lourdesreis KAJ in 1954.

1. GESCHIEDENIS VAN DE ROOMS KATHOLIEKE KERK IN BOLSWARD

1. De Moederkerk van Westergo

In de legendarische Friese kronieken staat dat in het jaartal 710 Bodula of Bolswina, een dochter van koning Redbad, op een terp in Westergo ging wonen. Volgens hedendaagse historici is Bolsward inderdaad in het begin van de achtste eeuw gesticht en schuilt in de naam van de stad een vrouwennaam. - Dat een plaats een vrouwennaam zou dragen is vrij uitzonderlijk -. De naam wordt echter ook verklaard als: Wierde van Bodo of Boate. Omstreeks 734 kwamen leerlingen van Willibrord naar Westergo om de Christelijke kerk op te bouwen. Volgens dezelfde kronieken was Bolsward in die tijd hoofdstad van Westergo geworden. Niet toevallig strijden de voetballers van RES in Blauw - Wit: de kleuren van Westergo. Zeker is dat de Sint Maartenskerk van Bolsward later de titel "Ecclesia Mater" droeg: de Moederkerk van Westergo. Bolsward was de geestelijke hoofdstad van Westergo, Franeker de juridische. Beide steden hebben Sint Martinus als stadspatroon. 

De Kerk van Bolsward, bediend door Wereldheren, ging in 1580 over in protestantse handen. De latere Martinusparochie achtte zich de rechtmatige erfgename van haar grote historie. Na de reformatie werd de parochie in de tijd van de vervolging bediend door de paters Jezu?eten. Later namen de Wereldheren (priesters van de bisschop en geen monniken) de kerk weer over. Vandaar de naam "Mijnherenkerk". In 1876 kreeg ook de Sint Martinus een Franciscaan als Pastoor.

2. De Minderbroeders

Zoals een middeleeuws stadje betaamt had Bolsward naast haar Grote Kerk, ook haar Klooster. Meer dan zeven eeuwen deelden de broeders van Sint Franciscus lief en leed met de inwoners van onze stad. Omstreeks 1260 waren de eerste volgelingen van Sint Franciscus, die in 1226 was gestorven, in Bolsward gekomen. In het jaar 1281 warden de kerk en het klooster aan het tegenwoordige Broereplein gereed. (Opvallend is dat het beeldje van "Ons Lieffrou" uit dezelfde tijd dateert). De Minderbroeders hebben er bijna drie eeuwen gewoond en van daaruit hun invloed gehad op het kerkelijk en het maatschappelijk leven van de stad. De welbekende Pater Jan Brugman leverde een bijdrage aan de opstelling van de Bolswarder stadsrechten in 1455.
De reformatie maakte een einde aan het kloosterleven en in 1570 werden de kloostergebouwen verwoest. In de persoon van Pater George Couwenberg kwamen in 1624 de Minderbroeders in Bolsward terug. Hij vestigde zich op 31 augustus 1624 in de stad, het is de stichtingsdatum van onze Franciscusparochie. De aan hem geschonken kelk wordt nog steeds in de hoogmissen gebruikt.

3. Van Twee naar Een

Zo had Bolsward enkele eeuwen lang twee parochies, elk met eigen stijl en tradities. Deze tweedeling werd als een belasting ervaren. Toch heeft het proces van samenvoeging een halve eeuw geduurd. In 1932 was het zover: op 29 maart werd, mede onder druk van Rome, de aloude Martinusparochie opgeheven en dat terwijl ze in 1931 oog een groot nieuw orgel hadden aangeschaft! In de namen van onze school en van het collectantencollege bleef de stadspatroon bewaard. De oude Martinuskerk is als "gebouw Oranje" bewaard gebleven en staat noordelijk van de Franciscus aan de Dijlakker.

In 1933 begon, onder leiding van pastoor L. Ellerbeck de bouw van de gezamenlijke grote nieuwe kerk. In mei 1934 was het gebouw gereed. De Bolswarders hadden samen een nieuwe kerk gebouwd, volgens een herdenkingsboekje: "een kathedraal, God en henzelf waardig". De parochie maakte van 1930 tot 1980 een periode van zeer grote bloei door. Bisschoppen, priesters, vrouwelijke en mannelijke religieuzen van verschillende orden, waren overal in de wereld werkzaam. Een van hen, Pater Titus Brandsma, vond op 26 juli 1942 in Dachau de marteldood. In 1985 werd hij door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard.

4. Afscheid en nieuw Begin

Bolsward heeft in verhouding tot de rest van Friesland een vrij grote Rooms Katholieke gemeenschap. Onze stad heeft onder de Friezen dan ook de bijnaam "It Fryske Rome". Achter deze benaming staat een lange rij van minderbroeders, die eeuwen door de zielzorg droeg en het eigen karakter van onze parochie heeft bepaald. In de tijd na Vaticanum II zijn de Franciscanen zich gaan bezinnen op hun taak. Omdat deze oorspronkelijk meer het profetisch -kritisch in de maatschappij staan betreft, en niet op het leidinggeven aan parochies, hebben zij zich uit de directe pastoraal teruggetrokken. Sedert 1996 is de leiding van de parochie overgenomen door pastores van het bisdom Groningen. Zij worden bijgestaan door vele vrijwilligers.

Op Kerstdag 2002 overleed in Warmond Pater Caspar L.M Groothuizen.
In de dertiger jaren was hij Kapelaan in Bolsward. De kapelaan heeft zijn eerste Parochie nooit vergeten. Ook in Bolsward Bleef vooral in de kringen van R.E.S. zijn naam in ere.

2. ?ZUSTER DORA?
Op 21 mei 2002 is zuster ?Adelena?,Dora Flapper, 65 jaar geleden geprofest.

Zuster Adelena van de Congregatie van de Heilige Carolus Borromeus ook wel de ?Zusters onder de Bogen? van Maastricht, genoemd? werd op 6 maart 1915 in het Heidenschap bij Workum geboren. Op 5 april 1935 deed ze haar intrede in de Congregatie en op 21 mei 1937 haar kleine professie.
De eerste plaats waar ze zich inzette was in het Onze Lieve Vrouwegasthuis in Amsterdam. Ook op verschillende andere plaatsen, onder andere in Rijckholt in Zuid Limburg, werkte ze als religieus, vooral in de verpleging. Deze vrolijke, actieve zuster, was overal inzetbaar.
In het tijdschrift ?Combo? van de congregatie verscheen enkele jaren geleden het volgende artikel over haar leven en werken in onze parochie.

?De Moeder Theresa van Bolsward?

Zij is een begrip in Bolsward. Iedereen kent ?zuster Dora?, iedereen weet haar te vinden. Ze is er ook voor iedereen. Toen ik haar vroeg of ze zelf iets wilde vertellen over haar leven daar, kreeg ik de indruk dat ze stof genoeg heeft voor een heel boek. Binnen een week had ik onderstaand verhaal in de bus. Zuster Adalena, zo kennen wij haar beter, kan goed vertellen en ... weet het ook een beetje spannend te maken. Lees maar zelf ...

Zr. Immacul?e 
Naar Friesland

Mijn werk in Friesland is begonnen toen mijn moeder plotseling haar derde man verloor. Dat was een grote slag voor haar. Het was zo erg dat ze er niet over heen kwam. Zij vroeg aan ons bestuur in Maastricht of ik een poosje bij haar mocht komen. Dat mocht, als ik er bij werkte. Ik ben toen in Leeuwarden in het Bonifatius -ziekenhuis gekomen. Ik had gevraagd of ik in de wasserij kon helpen, maar ik kwam zo maar in de verpleging terecht (het was vakantietijd). Toen deed ik maar net of ik er alles van wist!! - en het ging nog goed ook.

De Drie Dronken Kerels

Nu moet ik tussendoor even vertellen wat me in een weekend is overkomen. Als ik in het weekend dienst had, sliep ik bij mijn broer in Leeuwarden. Dan was het nog een eind lopen naar het ziekenhuis, om 6 uur ging ik weg want ik moest om 7 uur beginnen. Het was dan doodstil op straat en ik had wel eens gedacht. -stel, dat je een dronken kerel tegenkomt. wat dan ... En jawel, hoor, op een zondagmorgen: drie dronken kerels, jonge mannen, kwamen op me af. "Daar heb je er een", zeiden ze. Ik bleef kalm en zei met fikse stem: "Staan blijven jullie, alle drie. Ik heb hier iets bij me, daar hoef ik maar op te drukken en dan komt de politie." Ik drukte in mijn zij en ... had het nog niet gezegd of daar kwam een politiewagen! ... De politie heeft me netjes naar het ziekenhuis gebracht. V??r die tijd had ik er nooit over gedacht wat ik moest doen, dit kwam zo maar in me op. Zo kwam alweer uit wat Ons Heer zegt: maak je over niets bezorgd, als je in Mij gelooft ...

Zo heb ik een jaar in dat ziekenhuis gewerkt en er veel geleerd. Moeke heeft nog negen jaar geleefd. Ook heb ik in Wommels in een bejaardenhuis gewerkt en later nog in Witmarsum. Zeven jaar moest ik nog blijven werken, vanwege pensioen of zo. Toen ik 62 werd ben ik daar mee opgehouden. Moeder werd minder en als ik thuis kwam, moest ik weer beginnen.

Ook was het onveilig op de weg. Als ik weekenddienst had moest ik fietsen, zo vroeg reden er geen bussen. Zo werd ik een keer opgewacht door twee chinezen in een auto. Ze reden me voorbij en bleven op het fietspad staan. Ik kreeg weer een ingeving: niet doorrijden, en ben achter een huis blijven staan. Ze kwamen terug en ik bleef wachten tot ze weer omkeerden en toen doorreden. Het waren drugshandelaren, twee maanden later zijn ze vermoord. Dat was op, zaterdag. Maar ik moest ook ?s zondags onderweg zijn. Toen heb ik me als jongen aangekleed: jas, pet op, lange broek. Maar het werd me toch allemaal teveel. Ik ben er voorgoed mee opgehouden. Moeke is toen al gauw overleden, 94 jaar oud, en ik was daarna behoorlijk overspannen.

Onze huisarts, die me steeds bijstond, heeft het allemaal weer in orde gekregen. Wij woonden in een huis van het St.Anthonie Gasthuis. Dat is een stichting met verschillende afdelingen. Ik moest nu verhuizen van een 'straatje-woning' naar een groot complex. Zr. Eug?ne en Zr. Magdalino hebben me daarbij geholpen. Het was snikheet en een fikse onweersbui deed de deur dicht. Maar we hebben flink gelachen en dat helpt. Als de 'gardiaan' (zo wordt die hier in het complex genoemd) er met zijn vrouw niet was, nam ik de oppas over. Maar nu is een alarminstallatie aangelegd en zijn we verbonden met een ander bejaardenhuis. Als Bogenzusters hebben wij goed contact met elkaar. Zr Eug?ne is onze overste, dan zijn er nog Zr Magdalino, Zr Woutera, Zr Ciel Brouwer en Zr Catharini, maar die is nu naar Maastricht vertrokken. Nu nog iets over mijn dagelijkse dag.

Cakebakster

Mijn was, eten koken enzovoort doe ik nog zelf. Ik ben wel 85 en heb ook wat kwalen, maar bezig blijven en gezond eten is een goede levensinstelling. En boven alles: een goed contact met de Heer. Maar die verbinding is wel eens verbroken, dat schijnt een truc te zijn om het vuur brandend te houden en extra op te letten. Een paar mensen die niet direct tot de heiligen horen, heb ik onder mijn bescherming. Een, die man w?s en nu vrouw is, met haar vriend. Als je dan de achtergrond kent en weet wat ze hebben meegemaakt, ben je verwonderd ... Verder ben ik de cakebakster van Bolsward. Die gaan in de wonderpan, een verdiende naam want het lukt altijd. Met de zegen er over "in de naam van de Vader, Zoon en H. Geest" komt het goed. Verleden week kwam de boodschap: "Zuster Dora, zou u drie of vier cakes kunnen bakken? Wij hebben zaterdagavond van de VOM en pastorale werkers een dienst met koffie drinken na en daarna tot 10 uur bijeenkomst." Ik ben om 6 uur opgestaan en 's avonds waren de cakes er en kreeg ik een compliment: ze hadden nog nooit zulke lekkere cake gehad. Nog dagelijks gaat de telefoon ... Ik krijg er soms vergoeding voor. Ja, ik schrijf s?ms, verse groente of kippeneieren in ruil, is ook vergoeding. Alles is duur. In plaats van borduren brei ik nu sokken.

De Breister

Deze week zag de pastoor me: Zuster Dora, wilt u sokken breien voor een patient waar ik vanmorgen was?" Ja, hoor, en Pastoor heeft ze al. Nu weet u hoe ik hier bezig ben. Ik heb het nog te druk om naar de Bogen in Maastricht of naar Rijckholt te gaan. Als het zou m?eten ... Ik denk voorlopig maar dat het daar al vol is!

Zuster Adalena ?Dora? Flapper (2000)


Zuster Dora Flapper bakt en breidt en bidt
ook in twee duizend drie!

In de Zomer van 2004 is Zuster Adelena in Maastricht overleden. Pastoor JR van der Wal ging voor in de Requiemmis. Op het Kerkhof van Rijkholt hebben we haar te ruste gelegd.


3. JOHANNES DE DOPER EN EXMORRA

DE KERKPATROON

In de bijbelse tijd  kwamen de gelovigen samen ?in een of ander huis? om het brood te breken. Tegelijk gingen ze in Jerusalem naar de tempel om er te bidden. In de eerste eeuwen bleven ?huiskerken? de plaats van samenkomst. Elke kerk was een Kyriak?: een Huis van de Heer. De kerken kregen dan langzamerhand de naam van de persoon die dat huis beschikbaar had gesteld. Verschillende oude Romeinse kerken heten nu naar een heilige b.v. Santa Prisca terwijl het vroeger gewoon ?de kerk in het huis van mevrouw Prisca of de familie Prisca? was.  Een andere ontwikkeling was het ontstaan van kerken op het graf van een martelaar, iemand die omwille van het geloof in Jezus gedood was.

Zo was er in Rome al vroeg een kleine kerk op het graf van de martelaar Sebastianus op het kerkhof buiten de stad.  Dit gebouw werd groter en kreeg de naam ?Kerk bij Sint Sebastianus?. Toen de kerk staatskerk was geworden en er overal grote nieuwe kerken werden gebouwd kregen deze al spoedig de namen van de belangrijke personen uit het Nieuwe Testament of namen van martelaren. De hoofdkerk in een stad heette meestal naar de Verlosser zelf:  Sint Salvator ?De Allerheiligste Verlosser of ?de Heiland?. Zo heette ook de nu verdwenen hoofdkerk van de oude bisschopsstad  Utrecht ?Salvator?. Pas later werd de Sint Maarten de Kathedraal. Rond deze twee centrale kerken kwamen rond duizend vier nieuwe ?kapittelkerken? Zo werd over Utrecht een kruis van kerken getekend Deze vier nieuwe kerken werden toegewijd aan:  Petrus in  het oosten, Paulus in het zuiden, Maria in het westen en Johannes de Doper in het noorden. Van dit ?kerkenkruis? is slechts een deel bewaard.

Het Bisdom Utrecht, dat vrijwel heel Noord Nederland omvatte, werd kerkelijk bestuurd door de kapittels van de bisschopsstad. Financieel moest de ?Utrechtse kerkfabriek?  door de parochies van het bisdom worden onderhouden. Het Friese ?Land? Westergo was voor een groot deel toegewezen aan het kapittel van Sint Jan de Doper.  Deze kapittelkerk van Sint Jan bestaat nog steeds en huisvest tegenwoordig de Studentenkerk van de Domstad.

EXMORRA

De kerk van Exmorra werd in het begin van de dertiende eeuw gebouwd in de laat-Romaanse stijl. Het gebouw lag op de grens van Wonseradeel  binnendijks en Wonseradeel buitendijks. De dorpsnaam betekent waarschijnlijk: ?dorp op een hoek in een veenachtig gebied?. Anderen lezen in de naam: ?uit het veen ontstaan?.  Het dorp was gunstig gelegen aan de Makkumer Meer. Bovendien was er nog een Kerkmeer.  Volgens een beschrijving  uit 1733 werd er bij het dorp een overvloed aan vis gevangen ?Piscium abundans?. 

Uit het Utrechtse archief weten we dat de parochiekerk toegewijd was aan Johannes de Doper. ?in parochiali ecclesia sancti Johannis Baptiste in Exmorra.?  Waarom de kerk aan Johannes werd toegewijd is niet met zekerheid te zeggen. De band van het gebied met het kapittel van Sint Jan kan zeker een rol gespeeld hebben. In de late Middeleeuwen behoorde de kerk bij het dekenaat ? Grandivorum? waarvan Makkum de hoofdzetel was. De parochie had een pastoor en een betaalde koster, De laatste kreeg 40 goudguldens per jaar, de pastoor 110 goudguldens.
Het Johannes-patronaat paste natuurlijk goed bij het dorpje temidden van riet, biezen en water. De Jordaan leek niet ver weg.

JOHANNES DE DOPER

Johannes de Doper was een belangrijke heilige in de Middeleeuwen. Op  afbeeldingen van het laatste oordeel deelt hij als ?Vriend van de Bruidegom? (Joh. 3: 29) met Maria de belangrijkste plaats.  Het leven van Johannes speelt een grote rol in het kerkelijk jaar. Op 24 juni, kort na de langste dag, wordt zijn geboorte gevierd;  negen maanden daarvoor, op 24 september, zijn ontvangenis. Elisabeth was in haar zesde maand toen Maria Jezus ontving. ( Lucas 1: 37)  Johannes? vader Zacharias was volgens de kerkvader Hieronymus een hogepriester. De engel Gabri?l zou hem op de Grote Verzoendag de boodschap van de geboorte van zijn zoon gebracht hebben. De dagen van ontvangenis en geboorte van Jezus en Johannes wisselen elkaar in het ?zonnejaar?        af. Johannes gaat voorop maar Jezus ?wint?. ?Hij moet groter worden en ik kleiner.? heeft Johannes immers gezegd. (Joh. 3: 30)

Toen Maria  haar nicht Elisabeth tijdens haar zwangerschap kwam bijstaan sprong de kleine Johannes op in de schoot van zijn Moeder. Reeds in de moederschoot kondigde hij zo de Verlosser aan. (Lucas 1: 41 - 44) De evangelisten spreken over Johannes als ?de Stem?, de profeet die het volk oproept tot bekering en de Messias aankondigt. (o.a. Marcus 1: 3) Hij wordt,  ook door Jezus zelf, verbonden met de Profeet Elia als de voorloper van de Messias. (Matteus 17: 10 ? 13) Zijn naam Joannes, van het hebreeuwse: Johanan ?JHWH is Genadig?, heeft Zacharias van de engel vernomen.

Als hij de mensen doopt in de Jordaan laat ook Jezus zich door hem dopen. Johannes wijst Jezus aan als ?het Lam van God?. ( Joh. 1: 36) Zijn leerlingen gaan voor een deel met Jezus mee en worden zijn trouwste discipelen. Tot op heden leven nog kleine groepjes leerlingen van Johannes in het stroomgebied van de Eufraat in Irak. 

 Als Johannes kritiek levert op het priv?-leven van de  heersers  ? Herodes was met de vrouw van zijn broer getrouwd-  wordt hij gevangen genomen. In de gevangenis twijfelt hij aan het Messiasschap van Jezus van Nazareth. ( Lucas 7: 19.) Op een paleisfeest vraagt prinses Salome, namens haar moeder, het hoofd van Johannes op een schotel. (Marcus 6: 14 ? 29)

In Samaria wordt nog steeds zijn graf aangewezen. Later is zijn lichaam overgebracht naar Damascus. Daar rust hij nu in de Grote Moskee. Ook bij de moslims staat Johannes als profeet in hoge ere.
Johannes is ook Jezus voorloper in de marteldood. Op afbeeldingen van Jezus nederdaling ter helle zien we Johannes de Doper die Jezus als de bevrijder aanwijst. Ook in het dodenrijk is hij de voorloper!
Het optreden van Johannes als profeet komt volgens de traditie aan de orde in de Advent. Zijn marteldood wordt op 29 augustus herdacht als ?Sint Jan?s Onthoofding?.

Johannes de Doper wordt door Jezus ?de grootste uit vrouwen  geboren? genoemd (Lucas 7: 28). In de gezangen wordt van hem gezegd:

Groot is Johannes door de wonderen die zijn ontvangenis en geboorte begeleidden. Groot is hij als voorloper van de Heer.
Groot in zijn marteldood.

Aan Johannes de Doper zijn veel kerken en kapellen toegewijd. Vooral doopkapellen zijn naar hem genoemd. De naam Johannes, Johan, Jan, Jajah, Hans, Gianni, Jeen, Jentsje,  Sjeng,  Jean, John, Janos, Iwan, Wanja en de vrouwelijke vormen daarvan wordt door ontelbare Christenen en Moslims  gedragen. - Natuurlijk ook omdat Jezus lievelingsleerling deze naam droeg.- In de tijd van de Kruistochten werd de geestelijke ridderorde van Sint Jan, of Maltezer Orde, opgericht. Deze kreeg zeer grote invloed en organiseert in vele landen nog steeds de ziekenzorg. Tegenwoordig is en een protestantse en een katholieke tak. Een belangrijk klooster van deze Orde lag bij Sneek. De priesters voor ons gebied werden daar vroeger opgeleid. Mogelijk dat Exmorra haar patroon ook via dit ?Johannieter? klooster ontving.

Ook in de Oosters Orthodoxe Kerken staat Johannes de Doper hoog in ere. Hij wordt er ?de Voorloper? genoemd. Als de gelovigen zijn icoon zien denken ze aan boete en bekering.  Johannes is voor hen dan ook de schenker van de ?gave der tranen?. Op veel iconen staat hij afgebeeld met vleugels; hij is de ?Angelos?: de engel: de bode die de Heer voor zich uitzendt (Maleachi 3: 1) . Anderen wijzen als verklaring op de adventstekst Jesaia 40: 31 waar we lezen:

Maar zij die bouwen op de Heer vernieuwen hun kracht
en slaan hun vleugels als adelaars uit;
Zij lopen en worden niet moe, zij rennen en raken niet uitgeput.

Zo heeft Exmorra in Johannes de Doper een patroon die in het Evangelie een heel belangrijke rol speelt en door heel de Christelijke traditie de mensen heeft geboeid en ge?nspireerd.

Jan Romkes van der Wal Pr.


4. De Heilige Rochus en zijn verering in Bolsward

In de oude doopkapel van onze parochiekerk staat een beeld van de heilge Rochus met zijn hond. De heer A.A.Hettema vertelt ons waarom deze Franse heilige van de derde orde van Franciscus zo'n speciaal plaatsje heeft gekregen.

Montpellier is de geboorteplaats van de Heilige Rochus. Hij werd daar in 1295 ter wereld. Montpellier,gelegen aan de rivier de Lez, op een hoogte op korte afstand van de Middellandse zee, was toen al een belangrijk centrum op velerlei gebied. Het was de zetel ven de bisschop van het departement H?rault.

De Lez was al vroeg gekanaliseerd en daarmee een belangrijke verbinding geworden met de omliggende streek. Geen wonder dat Montpellier daardoor op velerlei gebied contacten kon leggen en al spoedig een centrum voor rechtspraak, wetenschap en handel werd. Al in 1297 werd er een der oudste Universiteiten opgericht met de faculteiten: Geneeskunde, landbouw (vooral wijnbouw), ontleedkunde en later kwam er een Faculteit theologie van de Protestanten (Hugenoten).

Hendrik IV stichtte er de oudste Botanische tuin en ook werd er een Stadsbibliotheek en een wijnbouwschool opgericht. Montpellier was een centrum voor handel en nijverheid o.a van de Fabricage van,waskaarsen, zeep, wijnen en brandewijn. Daardoor ontstonden allerlei relaties met andere gebieden. Geen wonder dat Rochus , opgegroeid in een omgeving met zoveel mogelijkheden op allerlei gebied, plannen maakte om de wijde wereld in te trekken. 

De opkomst van geloofsverschillen binnen en buiten de kerk van Rome, deden Rochus naar Rome vertrekken, mede omdat juist in Montpellier tussen 1162 en 1256 verschillende concilies werden gehouden. Deze Pelgrimstocht zou Rochus? levensloop bepalen. In Rome heerste de Pest, de toen zoveel voorkomende ziekte waartegen geen afdoende behandelingen mogelijk waren.

Rochus' afkomst uit Montpellier als wetenschappelijk gezondheidscentrum zal een belangrijke rol gespeeld hebben bij het op zich nemen van de zware taak de pestpati?nten hulp te bieden in de verzorging en verpleging in de primitieve opvangcentra. Het zou het levenslot van Rochus bepalen. Na verloop van tijd werd Rochus zelf ziek.
Volgens de legende werd Rochus in zijn laatste levensdagen ge?soleerd zoals toen gebruikelijk was om verdere besmettingsmogelijkheden tegen te gaan. Verlaten door de mensen, aldus de legende, zorgde in die laatste fase een jachthond voor Rochus. Het dier bracht hem elke dag voedsel. In 1327 overleed hij. De inzet van Rochus was gelukkig niet onopgemerkt gebleven aan de autoriteiten in Rome.

Zijn inzet en motivering konden niet anders dan aan ware naastenliefde en godsdienstzin ontsproten zijn. Geen wonder dat Rochus "tot de eer der Altaren" werd verheven. Al spoedig werd hij door heel Europa als voorspreker bij God verkoren als de pest toesloeg en onder de bevolking duizenden slachtoffers maakte. De pest trof ook Bolsward vele malen. Ware epidemie?n decimeerden bevolking. Vooral in tijden waarin oorlogsgeweld losbrak sloeg de angst voor een nieuwe golf van pest toe.

Zo ook na 1580 toen in Bolsward een beeldenstorm had plaatsgevonden, (niet door de eigen Bolswarders maar door muitende troepen van Bronkhorst) Daarna zag, door de machtspositie van de Hervormde Kerk, de toekomt er voor Roomsen en Menisten niet rooskleurig uit. Door de elkander bestrijdende groeperingen was de kans op nieuwe uitbraken van de pest niet denkbeeldig. Het was begrijpelijk dat de mensen hun toevlucht zochten in het gebed. Daarbij riepen zij de voorspraak in van de toen ook hier zo bekende Heilige Rochus die zich bij de bestrijding van de pest zelf zo verdienstelijk had gemaakt. Algemeen werd in deze streken zijn feest gevierd op 16-17 of 18 augustus. In de jaren tussen het einde van de zestiende en de beginjaren van de zeventiende eeuw sloeg de pest in Bolsward toe. Velen lieten het leven o.a. Gysbert Japiks.

Toen in de negentiende eeuw, na de Frans - Duitse oorlog opnieuw voor een epidemie werd gevreesd, besloot men in Bolsward de voorspraak van St.Rochus in te toepen om de stad voor deze ramp te sparen. Men beloofde dat elke vrijdagavond ter ere van Sint Rochus een plechtig lof zou worden gehouden in de kerken waarin de Hymne: ?Ave Rochus? zou worden gezongen. Tot in de twintiger jaren bleef deze traditie in onze parochie gehandhaafd.

A. A. Hettema, 6 juni 1997

5. UIT DE FRIESE MISSIE

ADRIANUS COSIJNS S.J.                                                                                                  Deze Pater Jezu?et  van de Bolwarder Statie van Sint Martinus schreef  in 1705 een gedicht waarin hij vertelt over het zware leven in de Friese Missie drie eeuwen geleden.

(Bron: Anton van Duinkerken, Bloemlezing uit de Katholieke Po?zie, 1939)

AENSPRAEK TOT VRIESLANT.                                                                  fragment

I
n Vrieslant kost ik schier mijn volle ruste rapen,
Uijt vrees van 's werelts recht, dat dikwils met gewelt. 
Als van een schelm of fielt ons deuren nedervelt.

Ja, als wanneer ik hat de tijdinge ontfangen-
Dat het was op de been om iemant maer te vangen,- 
Dan nam ik geen verblijf ook in mijn ijgen dak -
Maer kroop dan hier dan daer tot mijn groot ongemak.

'k En kost ook niet gerust doen d' hijlige offeranden - 
Aen het gewijt Altaer, uijt vrees van in hun handen- 
Te vallen onversiens: dus moest men houden  wagt  -  
En hebben d'oog' in 't seil bij dagen en bij nagt.

Ik wist wat was geschiet aen een van mijn geburen -  
Als m' in sijn huijskerk brak door neergesmeten muren, -
Met degens in de hant, alwaer wier 't kerke-goet -         
Ja 't hijligst offerbroot gepletterd met den voet.

Ik heb daern? gehat het misboek in mijn handen  - 
Dat was op 't Altaer, en wiens bladers ende banden -
Di?s waren door den kap van bijl of van rapier -       
Geschonden, dat 't gedek schier hong aan het papier.

Ook was ik-selfs geweest tot tweemael in hun handen; - 
Eens, als ik in een dorp d?e d'hijlige offeranden;- 
Ik wiert van het Altaer heel onvoorsiens gevat, 
-Soo haest ik uijt den kelk het bloei genuttigt hat.

Eens, in mijn ijgen huijs, wanneer van alle kanten. -
Mijn woonplaets wiert omringt van de geregts-trawanten, - 
En mits er wiert een deur te haestig opgedaen, - 
Soo kost ik hun gewelt en handen niet ontgaen.

Dus moest ik overal, en schier gestadig, vreesen - 
Om niet heel onverwagt weer aengetast te wesen -
Van dat sweertdragend rot. Soo maer een harde klop-
Wiert aen mijn deur gehoort, sprong ik van tafel op:

Ook kwam men menigmael mijn slaep en ruste stooren  - 
In 't midden van de nagt, om biegt te komen hooren - 
Van eenen sieken mens, vol droefheijt en vol pijn -
En die op 't laetst versogt van mij beregt te sijn.

Hoe dikwijls heb ik 's nagts met half verstijfde leden - 
Geseten in een schip of op een peert gereden, - 
Wanneer men schier geen hant voor sijne oogen sag, - 
Terwijl een iedereen in soete ruste lag.

Daer quam vaek hagel bij en sneew en wint en regen, - 
Soo dat mij water, locht en alle ding scheen tegen,  - 
Soo dat, als ik mijn loon niet hat van God verwagt -
Om eenig werelts-goet dit werk noijt hat volbragt.

vs. l. bijna niet. 6. n.l. ?het werelts recht". 15. Volgens het h.s. ?biJ mijnheervan Lin op de Rip," waarschijnliJk te Dronrijp. 19. het kappen, hakken.20. omslag. 22. Volgens het h.s. ?tot Arum halfweg tussen Bolswaert en Harlingen?  Gepubliceerd door Pater H. J. Allard S.J. in de ?Dietsche Warande", deel X. Volgens het h.s. op 17 Januari 1705. 


6. FAN DE SINT JOANNESKAPELLE YN BURCHWERT

OFSKIE FAN DE KAPELLE

Fyftich jier lang hat de Kapelle fan Sint Jan de Doper yn Burch-wert yn it libben fan de minsken dy?t d?r th?s wienen in grut plak ynnommen. De sm?ke kapelle fan Arjen Witteveen, boud yn de styl fan in Fryske boereskuorre, wie in hearlijk plakje om by elkoar te kommen, te sjongen, te bidden en de Hillige Sakra-minten te ?ntfangen. Sakraminten binne ?moetingen  mei God? en ?moetingen mei minsken? foar beide wie de Burchwerter kapelle in gaadlik plak. Foaral ek bern fielden harren der wakker te plak. De tinkboeken sprekke fan in jierrenlang bloeiend geastlik libben. Fan begjin ?f hawwe de Paters fan de oarder fan Sint Franciscus harren wakker by de kapelle belutsen field. Foar Pater Laurant en Pater Hoekstra wie de kapelle as harren parochy. Ek Pater Snijders hat oan it l?st ta de kapelle in waarm herte tadroegen. It gedicht dat Klaas Brandsma makke hat nei it ferstjerren fan Pater Hoekstra, is as in oantinken efter op dit bl?dsje pleatst. In man fan de nat?r, ?s Leaven Hear en hielendal foar de minsken. In Broer fan Sint Franciscus, tagelyk Byld fan it leauwe fan Roomsk Frysl?n.

Spitichgen?ch makken de ?ntjouwingen yn tsjerke en maatskippy, it yn st?n h?lden fan de kapelle de l?ste jierren dreger. De minsken om de kapelle binne it nije millenium mei in ?nwennich gefoel yngien. D?r is goed yn te kommen en we begripe de smert en it gefoel fan ferlies. Derby binne we ek tankber foar al it goede dat de kapelle en de kapelmienskip betsjutte mocht foar in lange rige minsken. Litte we dat gefoel foaral f?sth?lde.               Pastoar JR van der Wal

IN MEMORIAM PATER REIN HOEKSTRA 1993

Wy sjogge him no net mear rinnen
Oer it paadsje troch it l?n.
De f?gels songen en it preekje
Kaan samar ?t de losse h?n.

Syn boatsje sil net mear fare
Oer it Aldegeaster wetter.
Syn angeltsje leit no sa stil,
De Hear f?n it sa better.

Bedankt foar it folle en it goede,
Al wat jo diene foar jo folk.
Yn stilte bin? jo fuort gien;
Samar yn in moaie lochte wolk.

De Hear dy r?p him samar op
En plukte him ?t it griene m?d.
It is foarby, jo wurk is klear;
In gouden lean mei Ivige r?st.

It wurk sa stil yn de Jehanneskapel.
Hjir wurken jo mei siel en nocht.
Wy songen it  ?in Paradisum?
In bea by it opgean nei?t Ivich Ljocht.
                                                        K. Brandsma.

BURCHWERT
Sint Janskapelle  1950 - 2000

7. VERSLAG VAN DE LOUDESREIS VAN DE BOLSWARDER KATHOLIEK ARBEIDERS JEUGD IN 1954

CONTACT Nieuws van de K.A.J. Afdeling Bolsward  EKSTRA UITGAVE

2 October 1954.

Parochianen van Bolsward;
Nog geen 2 jaar geleden maakten de nationale leidingen van K. A. J. en V.K.A.J. het plan bekend, om in 1954 een massale bedevaart naar Lourdes te gaan maken. Toen dit besluit in de parochi?le en plaatselijke afdelingen werd besproken, kwamen er vele meningen naar voren. Ook in onze afdeling waren deze eerst verdeeld. Maar toch meenden wij hier niet achter te mogen bleven. Er werd een spaardienst benoemd en daarmee was een begin gemaakt met het vele werk dat zou volgen. Kant wat hadden wij aan een spaardienst zonder aspirant-bedevaartgangers. Daarom werd geprobeerd de nodige belangstelling op te wekken. Op de afdelingsbijeenkomsten en in een speciaal nummer van het afdelingsblad "Contact", dat in de gehele parochie werd. verspreid, werd gezegd en geschreven waar het nu eigenlijk wel om ging. Ook werd aan ? verzocht ons moreel en zo gevraagd ook financieel te steunen. Na enige maanden hard werken hadden wij 27 deelnemers en deelneemsters. Hierbij waren er, die de gehele' deelnemingssom niet bij elkaar konden kragen. Daarom werd besloten acties te gaan vieren, om deze toch in de gelegenheid te stellen mee te gaan. Een. van de  Kajotters.'kwam met het voorstel een tournee, te 'gaan maken met een circus in het klein. Dit voorstel vond veel bijval, maar bleek later echter onuitvoerbaar. Weer anderen stelden voor. om allerlei karweitjes te gaan opknappen. Dit bracht ons bij elkaar ongeveer f 100,- op. Een goed idee van weer een ander om misgebedenboekjes bij de kerk te gaan verkopen betekende ook een welkome financi?le aanwinst. 'Twee Kajotters brachten op  Bruiloften en andere feestelijke gebeurtenissen onder de naam Kajolo's een eigen programma, om daarmee een zieke Kajotter in de gelegenheid te stellen de bedevaart gratis mee te maken. Deze en nog andere activiteiten hebben het mede mogelijk gemaakt, dat de afdeling Bolsward van de Katholieke Arbeiders Jeugd uiteindelijk met 18 mannelijke en 2 vrouwelijke deelnemers deze unieke bedevaart heeft kunnen beleven, Uit erkentelijkheid voor de steun en medewerking die wij van vele kanten mochten ontvangen hebben wij gemeend, aan U allen een verslag uit te moeten brengen van onze belevenissen gedurende deze pelgrimage, hetgeen door een, van onze is geschreven.  Wij hopen, dat  U door deze reportage een klein idee zult mogen krijgen van dit grootse feit in de geschiedenis van de Nederlandse K.A.J., dat ook mede door Uw medeleven tot een onvergetelijk gebeuren is geworden.
Draaisma, voorz. K.A.J. afd. Bolsward  

PELGRIMAGE NAAR LOURDES

ALS MEN verre reizen doet, dan kan men veel verhalen! Zo is het ook ons, Kajotters, gegaan nu Wij zijn teruggekeerd van een reis, die ons nog jarenlang, misschien wel heel ons leven, zal blijven heugen als een onvergetelijke gebeurtenis. Daar- stonden we dan op Zondag 4 Juli 's middags tegen drie?n met een man of 17 te wachten op de NACO-bus.naar Heerenveen, uitgeleide gedaan door heel veel familie en kennissen. Aardig, dat medeleven. Pater Durant was op het laatste moment verhinderd mee te. gaan, doch kwam de andere morgen, in tegenstelling met S. Draaisma, die jammer genoeg wegens ongesteldheid de reis niet mee kon maken.  Nauwelijks 3 uur later stonden we in UTRECHT buiten het station te wachten op de dingen die zouden komen. We voelden ons al echte pelgrims vreemdelingen in een vreemde stad.'Maar we vonden.vriendelijke mensen veilige gidsen-, die ons leidden naar de avondbijeenkomst in het Oranjehuis, waar gesproken werd en gezongen en gedeclameerd. Vooral de "Mariavoordrachten? vielen in zeer goede aarde en gaven iets mee van de sfeer, waarin wij de lange .reis naar Lourdes zouden aanvaarden  het waren weer tientallen andere vriendelijke mensen, die ervoor gezorgd hadden, dat de pelgrims uit het Noorden deze Zondagavond goed onderdak kregen. Voor ieder was gezorgd en geen Kajotter in Utrecht, die deze nacht niet een heerlijk bed voor zich ge.spreid vond. Hulde aan deze pracht organisatie  De andere morgen, bij het afscheid nemen van onze vriendelijke gastheren en gastvrouwen namen we nog een laatste, intentie mee bij de vele, die we al hadden mee genomen van thuis, voor onze weldoeners naar de trein, de BLAUWE trein, die ons, (samen met 100 zieke Kajotters) naar ons doel zou voeren. Om 8 uur verzamelden we ons allen in de kathedrale kerk, de St Catharina, Waar we samen met Mgr Dr Alfrink, de aartsbisschopcoadjutor, het H. Misoffer opdroegen om Gods zegen over onze reis en over de K.A.J. af te smeken. Precies op tijd, 3 minuten voor half 11 wuifden we de achterblijvenden op het station Utrecht vaarwel. Eerst ging het naar Den Bosch, dan Eindhoven, Roermond en Sittard. Opgetogen over het mooie Limburgse landschap zingen we als Friezen -uit Bolsward zijn er meer dan uit de rest van Friesland- uit volle borst het Limburgs volkslied mee. In Sittard kletteren, terwijl we wachten, de hagelstenen tegen de ruiten van de coup?! De zomer is verjaagd, men zegt, als gevolg van atoombomproefnemingen. Zo komt het gesprek even op de grote intentie van deze dag: de wereldvrede,waar we zo vurig naar verlangen, en waarvoor we zullen gaan bidden in Lourdes en vannacht een beetje van onze nachtrust zullen gaan opofferen. We naderen MAASTRICHT. Hier komen de laatste zieken in de trein. Sommigen kopen nog een laatste krant, een flesje limonade of een paar broodjes..... het is een lange reis! Als we na het passeren van de Nederlandse grens bij Eysden het Belgische heuvelland begroeten, stijgt de spanning: DOUANE - CONTROLE TE VIS?,  De radiocentrale aan boord van onze trein maant ons om rustig te blijven en gewoon te doen, wat de mannen van de douane ons vragen. Het valt allemaal nog al mee; geen koffer hoeft open, alleen paspoort of bewijs van Nederlanderschap moet worden getoond. LUIK, de 5e stad van Belgi?, laat ons bij een asgrauwe lucht "genieten" van de walm en rook van haar vele mijnen en fabrieken. Het lijkt een doodse stad. In deze stad is in elk geval al ontzaglijk veel vernield in de zielen van arbeiders en mijnwerkers, door de vuile taal, waarmede men elkaar vergiftigd heeft.

DE PRACHTIGE MAASVALLEI, met de uitlopers van de ARDENNEN in het Oosten, later het dal van de SAMBRE boeien onze ogen. Zo nu en dan breekt de zon door de wolken heen en zet alles in het mooiste licht. Dan komt de Borinage tussen Namen en Charleroi,  een echte industrie- en mijnstreek. De bevolking is hier arm, het landschap minder aantrekkelijk. We naderen de Franse Grens. Onze papieren worden in orde bevonden en... we zijn in het grote Frankrijk, een land vol zorgen rond Parijs en ?t verre Vietnam, maar ook met ergens diep in het Zuiden een plaatsje, dat dit land redden kan en redden moet: Lourdes, het doel van onze reis. De afstanden zijn hier veel groter. We rijden sneller, de avond daalt. We zien de zon dalen achter het heuvellandschap van Noord-Frankrijk. We gaan onze avondboterham verorberen. Men komt rond met flesjes chocomel en limonade. Onze groep Bolsward plus 2 van Blauwhuis krijgt een ere opdracht: we mogen hulpbrancardiers zijn. Om beurten moeten we een uur of drie waken bij de zieken, terwijl de trein voortraast de- donkere nacht in. Frankrijk is een donker land. Het geloof sluimert er in miljoenen harten, en als vanzelf denken we aan de zorgen van dit land, de traagheid van dit volk... en aan de zieken om ons heen. De trein raast voort, maar angst beklemt ons niet. We hebben het reisgebed gebeden, in een rozenhoedje Maria 50 maal Ave toegebeden, en als het avondgebed is verricht, klinkt in diep vertrouwen een laatste bede: "In manus tuas, Domine. "Heer, wij bevelen ons in Uwe handen- blijf bij ons, want de nacht breekt aan." Terwijl wij waken en de onvermoeide verpleegsters in onze trein de zieken helpen, hier en daar een bed nog eens extra opschikken, valt de stilte in de trein, alleen verstoord door het eentonig schokken van de wielen over de schakels van de rails. Ginds vraagt een zieke om een beetje drinken. We helpen hem graag op dit late uur van een lange, trage nacht. Om 11 uur komen anderen ons af lossen, en proberen wij een uurtje te gaan rusten. Sommigen, gewend om in alle mogelijke houdingen te slapen, gelukt het een uurtje in te dommelen, anderen schrikken wakker bij het minste gerucht. Rond half 12 zien we de vele lichten van PARIJS, in waarheid een lichtstad. Het licht van de Eifeltoren zwaait zijn scepter over deze metropool. We zien ook de H. Hart-basiliek op de Montmartre. Op een der stations krijgt onze wagen hier de rode lantaarn. We zitten n.l. in de achterste  coup?s van de trein. Na Parijs wordt het weer rustig. In snelle vaart gaat het nu dwars door Frankrijk; langs Orleans, Tours, Poitiers en Angoul?me op BORDEAUX aan. Meer dan eens razen .we door lange tunnels.  Hier in Bordeaux maken we de Nederlandse Pater Lucas de Bruin blij met honderden kleine gaven: blikjes met melk, koffie, vis en vlees; soms lepels en vorken, of een gloednieuwe handdoek. voor zijn doodarme parochie jeugd. De Franse verkenners stralen van vreugde dit alles met lorries vol op te kunnen halen. Dit is internationale naastenliefde en een ?chte bijdrage voor een meer, bewoonbare, wereld. Nu duurt het niet lang meer... na enkele uren komen de bergen in zicht, en we weten... daar ligt Lourdes. We kijken onze ogen uit. We zien de bruisende Gave met haar helblauw water. Nu moet. het toch vlak bij .zijn! En ja, een laatste bocht, en daar klinkt het blijde "Magnificat", tegelijk een hartelijke groet en een, dankbare bede dat we veilig Maria's, genadeoord hebben mogen bereiken.

LOURDES!
Wie van ons zou alles kunnen beschrijven, wat we daar in enkele dagen hebben beleefd! Het was allemaal zo onbeschrijfelijk... mooi! Terwijl de overgrote, meerderheid van onze trein al klaar was met wassen en zich opknappen en zich gereed maakte voor een eerste bezoek aan de grot, zwoegde de groep Bolsward met karrenvrachten  vol beddengoed, koffers, keukengerei en mond voorraad, die in een minimum van tijd, maar... met te weinig mensen (!) buiten het station moesten worden gebracht, vanwaar vrachtauto?s dit alles naar de ziekenhuizen en enkele hotels transporteerden. Het was weldadig vriendelijk van Mgr. Hansen, dat hij in deze uren, behalve voor de zieken, ??k voor ons zwoegen, zijn deelnemende belangstelling toonde. Maar tenslotte kwam ook onze beurt om naar ons HOTEL St Savin in de Rue des Pyren?es te gaan. Welnu, de eerste kennismaking, na ons te hebben opgekalefaterd, viel best mee. Het eten was op Franse leest geschoeid en begon met de onmisbare potage de la Reine. Ook in de volgende dagen was het eten steeds prima, en tegenover de ons bedienende "madammekes" staken we onze tevredenheid niet onder stoelen of banken. Op ??n dag na aten we steeds heerlijk buiten in de tuin.

DE GROT VAN LOURDES, daar waar Maria verscheen, trekt onweerstaanbaar. Daar voelt men het sterkst de genade van de hemel. Lourdes is een genadeoord, en dat voelt men nergens beter dan bij de grot. "Men kan er haast niet meer vandaan komen",zei een der Bolswarder meisjes die we in Lourdes troffen. Zo is het ook. Hier raakt de hemel de aarde, hier raakt de hemel ieder van ons. Zo is deze plek werkelijk een stukje hemel. Als men dat eenmaal heeft gevoeld, vergeet men het zijn leven lang niet meer. Na het avondeten willen de meesten van ons de stad eens gaan verkennen met zijn vele winkels en hotels. Min of meer toevallig komen we in de huurt van het processiepark en zien DE GROTE LICHTPROCESSIE. Elke avond als het donker wordt en elders misschien de mensen de zonde tegemoet gaan, ontsteken te Lourdes duizenden en duizenden hun kaars, waaromheen een huls ter beschutting tegen de wind, die immer langs de Gave ruist. Dit ontroert tot in het merg, als men het voor het eerst ziet en hoort het grijpt je aan en je zingt spoedig met warm enthousiasme mee, ook al ben je dan nog zo?n nuchtere Hollander.

Op ??n avond hebben we meer dan 90 maal het refrein gezongen, het Av?, Maria ter eer. Dat was de WOENSDAG, DE GROTE DAG voor Kajotsters en Kajotters te samen. De microfoon gaf aan in het Nederlands en wij zongen met gloed onze Nederlandse strofen, maar achter ons aan zongen de Fransen in hun taal, de Italianen in het melodieuze Italiaans, de Duitsers en Zwitsers met het diepere noordelijke geluid, maar internationaal klinkt daar tussen telkens het refrein; ?Ave, Ave, Ave Maria!'  De Woensdag was voor ons de eerste volle dag, en welk een dag! Voor de Kajotsters werd het een grootse apotheose. Mgr Hansen heeft ons later verteld, hoezeer ons massaal optrekken vanaf het processieterrein naar de Esplanade voor de basiliek met bijna 5000 in het wit gestoken jongeren en 400 prachtig zwierende vlaggen indruk maakte op allen, die dit zagen, niet het minst op de prelaten en bisschoppen, die zulk een jeugd In Nederland niet hadden verwacht. Het meest ontroerende onder DE PLECHTIGE HOOGMIS, die toen volgde, was misschien het uitgebreide Confiteor, omdat ze het meest eigen, het meest echt en het meest persoonlijk was. Een stralende zon bewees ons, hoe men ook  Boven plezier had aan dit schoon gezicht en deze indrukwekkende manifestatie. Na deze H. Mis wordt van de jongens een grote groepsfoto genomen, voor de basiliek. Voor de meisjes was dit al eerder gebeurd. Deze vertrekken morgen weer. E?n meisje van 15 jaar, Vera Loos, werd vanuit Lourdes door Maria ten hemel gewenkt. Ze zal in Lourdes worden begraven. De weg van de grot naar ons hotel is altijd een hele klim Als men geen inkopen hoeft te doen, is er altijd nog genoeg te zien. We ontmoeten vaak lange rijen ziekenwagentjes. Wat men thuis misschien nooit zou doen, doet men hier: je grijpt intu?tief naar je rozenkrans en bidt, want de ZIEKEN verdienen hier het meest aldoor ons gebed. We hebben er voor gebeden, 's middags bij de baden, vooral die laatste Zaterdagmiddag, toen het onze beurt was te blijven BIDDEN BIJ DE BADEN. Het was als wilde men Boven eens zien, hoever men ons kon krijgen : met bakken vol kwam de regen neer, dwars door jas en kleren heen, maar we hielden vol tot het bittere einde! Dit spel van gebed en boete hebben wij gewonnen, en dat staat in de Hemel opgetekend. Drijfnat konden we ons naderhand verschonen.

Die Woensdag had Nederland eveneens de leiding bij de SACRAMENTSPROCESSIE, welke elke namiddag omstreeks half 5 aanvangt. Weer trokken in het stralende zonlicht onze witte uniformen veler aandacht. Onze zieken lagen in een carr? rond de Esplanade, wachtend, terwijl wij zongen, op de Zegen van het Allerheiligste, waarvan nog altijd de meeste kracht en troost uitgaat naar al die lijdenden, ook al wordt er vak maar een enkele lichamelijk genezen. Wat een leed ziet men hier uitgestald, op de Esplanade, bij de grot, bij de baden.Dan vergeet je eigen leed of klein gebrek. Je bidt voor de genezing van anderen, en komt zelf met andere, niet vermoede, gaven van geest en hart thuis. Iedere morgen gingen we te Communie in de ROZENKRANSKERK, een kerk van louter moza?ek en marmer, ??n lied van dankbaarheid, evenals trouwens boven de fraaie basiliek om de vele, vele gunsten, die een liefdevolle Moeder, ons door God gezonden om ons bij te staan in dit leven, in de loop van bijna een eeuw geschonken heeft aan duizenden, die in gelovig vertrouwen hier tot Haar kwamen.

BIJ DE GROT hoorden we op een morgen een Duitse bisschop, die met een 400 verjaagde Katholieken uit het Oosten, bij Moeder kracht en troost kwamen zoeken. Het ontroerde ons sterk. Het doet iets begrepen van het grote en vele leed, dat er in onze tegenwoordige wereld wordt geleden. Hier bij de grot wordt gebeden als bijna nergens ter wereld, met een vurigheid, 'n vertrouwen en een geloof, die moed geeft en hoop voor de verdwaasde en gespleten wereld van vandaag. Hier bij de grot heeft ook ieder van ons zijn intiemste intenties kenbaar gemaakt. Waar kan men beter zich uitspreken dan aan het hart van een alles begrijpende, hemelse Moeder, die hier aan een eenvoudig kind 18 maal verscheen, en die door God zo uitzonderlijk hoog begenadigd is juist ten behoeve van ons. Als men 's avonds vanaf de hoge arcade neerzag op de eindeloos LANGE LICHTPROCESSIE - en we hebben het allemaal wel een keertje gedaan om het niet te vergeten - en men hoorde dit grootse Ave, dan moest men onwillekeurig denken aan de heerlijke vervulling van Maria's voorspelling: "Zie, van nu af zullen alle geslachten mij zalig prezen", die nergens schoner in vervulling gaat, jaar in, jaar uit, dan hier in Lourdes. Uit alle stam en taal en volk hebben wij ze horen zingen: Ieren en Negers, mensen uit Algiers en Pakistan, uit Noorwegen, Duitsland, Denemarken, uit Zwitserland, Belgi?  en Schotland, uit Zuid Amerika en Itali?, om van de vele duizenden'' fransen dan nog maar niet eens te spreken. E?n dag zijn we er op uitgetrokken,

DE PYRENEEEN IN. Dat was Donderdags. we waren nog maar nauwelijks, gewend aan de "bergjes" rond Lourdes, zodat we onze ogen uitkeken naar de steeds hoger de lucht in reikhalzende bergtoppen, sommigen nog in een grijze ochtendnevel gehuld. Steeds hoger klom onze autobus,  steeds dieper kwamen wij in de bergketen der hoge Pyrenee?n, totdat we in de verte de met sneeuw bedekte toppen zagen. E?n van die toppen was ons doel, meenden we, al bleek later, dat we blij mochten wezen met aan de voet van die reus even de sneeuw te hebben aangeraakt en met onze voeten betreden. We rijden naar de GAVARNIE, een bergketen aan de Spaanse grens, met toppen tot boven de 5200 meter, met eeuwige sneeuw. Vanaf grote hoogte storten de watervallen 4 a 5 honderd meter met donderend geraas omlaag en vormen zo de oorsprong van een rivier, de rivier de Gave, dezelfde stroom, waaraan het Maria behaagde te Lourdes aan Bernadette te verschijnen. Het water is zo helder, dat men het zo kan drinken. En na een vermoeiende bergklim, die voor ons een heerlijke ontspanning betekent, want bidden is toch eigenlijk ons vak niet (!), laten we het ons heerlijk smaken. Glashelder stroomt het onder de sneeuw door, die we na een moeizame toch bereiken. We bekogelen elkaar met sneeuwballen, terwijl anderen deze niet te missen momenten vereeuwigen op een plaatje.
De lucht, aanvankelijk bedekt met lichte wolkjes, wijkt langzaam maar zeker, voor het stralende zonlicht. Zo moet men, de Gavarnie zien! Zij baadt in de glinsterende sneeuw; prachtig is die afwisseling  van sneeuw en rotsen, gespleten door ruisende watervallen met daarboven de blauwe lucht. Dit beeld maakt je stil, het is zo schoon; het is een echt stukje ongerepte natuur, zoals God in het begin alles schiep. Nooit bezoedelde hier een mens Gods scheppingswerk.
Ineens m??st ik denken aan de priester,  die op de Esplanade, tijdens de Sacramentsprocessie,  voorbad: Heer, dat ik zien  mag wat missen zij veel en wat  zijn wij rijk met onze gez?nde ogen en ledematen.

In de zaal naast  het Museum de Notre Dame de Lourdes hadden we de volgende morgen een PRACHT CONFERENTIE van onze groepsaalmoezenier de weleerwaarde  Heer Andriessen, over onze persoonlijke verhouding tot God,  voor wie we geen geheimen moeten hebben. Ook niet in het sacrament  der Biecht, waartoe hij ons allen opwekte.
Het was een eer voor ons dat ??k Mgr. Hansen onze conferentie bezocht en ?dat  deed ons werkelijk goed-  zo bijzonder tevreden was over onze houding als geheel hier in Lourdes  waardoor ook  anderen, vooral uit het buitenland zeer gesticht waren Op deze morgen droeg pater Laurant v??r onze groep een SPECIALE H. MIS op, en bijzonder Memento was daarbij voor de vader van een groot gezin, overleden op de dag dat wij naar Lourdes vertrokken. Later op de dag droegen wij een grote waskaars naar de grot voor de Intenties van ons zelf, ?n ''van  allen die niet mee hadden kunnen gaan bijzonder dus voor de bloei van de K.A.J. in Bolsward en in Friesland?. Na afloop van de conferentie  bezochten de meesten van ons het Museum de Notre Dame de Lourdes In de tuin er voor staat een prachtig beeld van Bernadette  in knielende houding de rozenkrans  biddend tijdens een Verschijning. Het museum z?lf biedt ons een mooi overzicht, van de ontwikkeling rond de grot sedert de verschijningen nu bijna een eeuw geleden. We zien hoe de prachtige basilieken de andere heiligdommen ontstaan, een overzicht van de voornaamste genezingen, en tal van souvenirs van Bernadette, zoals haar doopbewijs, haar rozenkrans tijdens de verschijningen, haar schoolschriften, brieven, schoentjes,  hoofddoek en andere kledingstukken. ?s Middags deden we gezamenlijk de LANGE KRUISWEG van anderhalve klm. lang.  Zelden werd ons de kruisweg, die Christus eenmaal voor ?ns ging, duidelijker als symbool van onze eigen kruisweg door  het leven dan hier. Langzaam stijgend, steeds moeizaam  klimmend, volgden  we de eerste 12 staties, stuk voor stuk prachtige levensgrote beeldgroepen uit  de laatste tocht van Christus. D, woorden, welke aalmoezenier Andriessen ons hier bij iedere statie ter overweging voorbad, zullen we niet licht vergeten. Bij de 13e statie waren we getuige van Christus? kruisafneming en het neerleggen van  Christus in het graf maakten we daadwerkelijk mee in de lange afdaling naar d? rotsspleet, waarin nog niemand was neergelegd en waarin Christus werd begraven.

HET IS ZATERDAGMORGEN.
We  passeren het hek rond de gekroonde Maagd, de Behoudenis der Kranken, recht v??r de Esplanade tegenover de Basiliek. Een geur van  bloemenruikers komt ons tegemoet, die overal in het ronde hek 30 meter in omtrek op alle pieken en ertussen staan ter ere van de Onbevlekte. Aan het begin van het processiepark rechts kan men zo?n ruiker kopen. Zelfs volwassen mannen schamen zich niet  op deze wijze stil voor zich: been hun kinderlijke aanhankelijkheid aan hun hemelse Moeder te bewijzen. Het is ??n van de vele dingen  die je stil kan maken hier in dit wondere genadeoord LOURDES is ??n WERELDCENTRUM. Dat werd ons duidelijk toen we Zaterdagsmorgens bij de grot de erewacht betrokken uit  naam van onze hele bedevaart. De anderen hadden een plechtige H. Mis bij het monumentale Vredesmonument, links van het processieterrein. De kardinaalaartsbisschop van Veneti?, Zijne Eminentie Roncalli, kenbaar aan zijn rode bonnet, droeg aan het altaar bij de grot de H. Mis op, terwijl op een bidstoel daarvoor kardinaal Li?nart, bisschop van Lille,  geknield lag. Er werd in het Italiaans voorgebeden.

Een  klein uitstapje van enkelen  van ons in de loop van de morgen 'naar de PIC DU JER -men moest met een tandradtreintje naar boven- mislukte gedeeltelijk door opkomende nevel en regen. Zo heeft elke bedevaart zijn kleine  tegenvallers.  Het was bij deze gelegenheid dat ??n der onzen de opmerking maakte: ?zulk w??r en acht kwartjes, dan heb je voor 2 gulden snertweer!" Gelijk had ie!  's Middags werd het met het w??r steeds erger, en wij hadden de beurt bij de Baden te bidden, twee uur lang v??r de zieken. Maar deze tegenslag hebben we als reeds vermeld, niet op ons laten zitten.  Dit werd 1-0 voor ons Dat bleek ook wel overduidelijk uit de stemming die er die avond heerste in ons hotel. We moesten vanwege het weer binnen eten, maar geen enkele keer in al deze dagen zat de stemming er zo grandioos fleurig in, als juist deze avond na die serie plensbuien. Het is een merkwaardig feit, het optekenen in ons verslag waard. 's Avonds, onze laatste avond bleef 't behoudens enkele druppels,..gelukkig ,droog tijdens de lichtprocessie. .Wel waaide er door de harde wind menig kaars uit, maar die was gauw weer aangestoken. Meer dan 75 keer klonk deze laatste avond onze groet aan ons aller Moeder. Het moet Haar goed gedaan hebben, zoals het ook ons goed gedaan heeft.  Na de lichtprocessie wachtte ons nog ??n der mooiste plechtigheden:

DE NACHTELIJKE AANBIEDING en DE PLECHTIGE MIDDERNACHTMIS.

Een mooier slot voor onze bedevaart was niet denkbaar. Want alles wat we gedurende deze dagen aan Maria's machtige voorspraak hadden toevertrouwd konden we nu op deze laatste avond nog eens voorleggen aan de Eucharistische Christus, Die op dit ogenblik beter dan ooit, door Maria's smeekbeden voor ons,  begreep, wat  wij allen, ieder van ons, het meest nodig hadden om mee te nemen terug naar huis. Iedere dag had zgn eigen speciale intentie: voor de wereldvrede; voor de gezinnen voor onze parochies, voor onze levensroeping, daar, waar wij staan in het leven; v??r de herkerstening van onze arbeidersmiddens - wat wordt er niet vernield in de harten van velen van ons in de fabrieken en werkplaatsen-.  We bidden voor Gods Kerk op aarde, bloedend uit vele wonden, gelijk eens Christus aan Zijn kruis. Voor de wereld K.A.J.;  Er moet, nog ontzaglijk veel werk .worden verzet Voor onze zieken: niemand, die ze vergeet in Lourdes. We sm?ken om meer geloof, dieper, bewuster, levendiger geloof, zo dat we er uit gaan leven. Tenslotte bidden we voor al onze persoonlijke intenties. Na de H. Mis wijdt Mgr Hansen persoonlijk alle nieuw meegenomen vlaggen en vaandels, terwijl ook alles wat we aan religieuze voorwerpen hebben gekocht, 'zoals rozenkransen, medailles, enz. hier Gods zegen deelachtig wordt d??r de hand van Christus' gezalfde, onze bisschop Mgr Hansen. Het is half twee als we huiswaarts keren.

Om 8 uur de andere morgen nemen we afscheid van de Grot.  Het is moeilijk.  We hadden gehoopt op een ouderwetse Franse spoorwegstaking om hier wat langer te mogen blijven. Het heeft niet zo mogen zijn. Een laatste rozenhoedje, een laatste groet.... dan koffers inpakken en naar de trein. Even voor 12 zet deze zich in beweging, de lange weg terug. Vanuit de trein zien we nog even de grot en de basiliek, we zingen nog eens het lied "Te Lourdes op de bergen", 10 strofen lang. Als ons laatste Ave is verklonken, is ook de basiliek uit het gezicht verdwenen. De trein rijdt hard. We eten wat, bidden de voorgeschreven gebeden en tegen de avond, als we weer de lichten van Parijs gezien hebben, dommelen we wat in. Nog geen 24 uur na het vertrek uit Lourdes zijn we weer op Nederlandse bodem. Onderweg vernemen we nog even het laatste nieuws over de Tour: Wim van Est heeft de etappe gewonnen, maar Bobet  krijgt de gele trui- Alles loopt op wieltjes en de aansluiting naar huis wordt in Utrecht niet gemis.
Behouden en zeer voldaan zien we tegen half 7 ons oude, vertrouwde stadsbeeld en onze dierbaren in eigen familiekring weer.

A.M.

Vieringen binnenkort